Pensioen; niet iets waar veel mensen warm voor lopen. Volgens hersenonderzoeker Victor Lamme roept het woord ‘pensioen’ bij veel mensen een vergelijkbare emotie op als het woord ‘baksteen’. Best gek eigenlijk, want het maandelijks salaris is voor veel mensen wél een interessant gegeven. Dus geld wat je nú krijgt voor je inzet qua werk, lijkt vele malen belangrijker dan geld wat je láter krijgt. Terwijl je er nu toch net zo hard voor werkt, en je er straks gelukkig niets meer voor hoeft te doen. Voor je pensioen dan dus.
Regie
60 jaar Rabobank Pensioenfonds • 05
de jaren heen
De club van meer dan 100.000
Meer dan 100.000 medewerkers en oud-medewerkers van de Rabobank en gelieerde ondernemingen Obvion, DLL en BPD zijn met elkaar verbonden via hun pensioenfonds. De een is actief met pensioen bezig, de ander is nog maar net student-af. Wel hebben ze allemaal het Rabobank Pensioenfonds dat zorg draagt voor hun inkomen voor later, als ze op enig moment niet meer werken. Ook al duurt dat voor sommigen nog lang.
Medewerkers doen mee
Als een van de eerste pensioenfondsen kregen medewerkers een stem in het pensioen. Meer democratie in besluitvorming met een deelnemersraad, dit speelde ook maatschappelijk. In 1990 kreeg de deelnemersraad de bevoegdheid om namens deelnemers wijzigingen in het pensioenreglement goed te keuren. Vakorganisaties kregen pas later een rol in het maken van de pensioenregeling, samen met de werkgever. De eerste Rabobank-cao kwam in 2000 en de bonden gingen vanaf dat moment daarover meepraten.
Gelijke behandeling
Eind jaren 80 kwamen er veranderingen in de behandeling van mannen en vrouwen. Als je minder dan 20 uur per week werkte, wat veel vrouwen deden in die jaren, kon je tot 1989 geen pensioen opbouwen. Er werden forse acties gevoerd om dat recht te trekken. Met resultaat. Een parttime dienstverband werd ook pensioengerechtigd met terugwerkende kracht tot 1976 op basis van Europese arresten. Eerder werd al de pensioenleeftijd gelijk getrokken met die van mannen: 65 jaar. De VUT-regeling die eind jaren 70 was ingevoerd, bleek niet meer houdbaar omdat de uitkeringen direct uit de premies van dat jaar betaald moesten worden. Pas jaren later, in 2005, werd besloten dat alleen collega’s geboren voor 1950 nog met de VUT konden.
Pensioenfonds voor Rabobank
Raiffeisenbank heeft in 1964 het pensioenfonds opgericht als pensioenfonds voor de aangesloten Raiffeisenbanken, en twee jaar later een fonds voor de centrale organisatie. De pensioenen van de Boerenleenbanken waren verzekerd bij Interpolis. Na de fusie tussen Raiffeisenbank en Boerenleenbank tot Rabobank in 1972 is besloten om ook de bij Interpolis verzekerde Boerenleenbank pensioenen onder te brengen bij de twee voormalige Raiffeisenfondsen.
Keuzes
Het pensioenfonds begeleidt haar deelnemers, toen en nu nog steeds, bij het maken van pensioenkeuzes. Om deelnemers goed te begeleiden bij het maken van een pensioenkeuze is er in 2001 een grootschalige actie gedaan: 1200 adviseurs van de aangesloten banken hebben de deelnemers persoonlijk begeleid. Deelnemers konden namelijk de keuze maken om eerder met pensioen te gaan. Voor deze keuze ontvingen deelnemers thuis een CD-rom met een pensioenplanner waarmee ze de keuze konden maken. Deze pensioenplanner heeft later model gestaan voor de pensioenplanner die het fonds nu aanbiedt op MijnPensioen en die deelnemers meer inzicht geeft in hun pensioen en waarmee vooral aanstaande gepensioneerden keuzes maken als ze gaan pensioneren. Meer dan 90% vraagt zijn pensioen aan via deze pensioenplanner.
Koploper
Trend in de maatschappij werd dat mensen niet meer 40 jaar voor één baas werkten. Dat vroeg om een andere kijk op pensioen. Rabobank en Rabobank Pensioenfonds waren koploper in de overgang naar een middelloonregeling. Drie tot vier jaar later gingen ook de vakorganisaties voor een middelloonregeling pleiten, omdat de eindloonregeling niet meer haalbaar was.
Vooruitgang voor vrouwen
Nog in de jaren 70 gingen vrouwen pas pensioen opbouwen als ze 30 waren. En dan kregen ze wel met terugwerkende kracht pensioenopbouw voor de laatste 10 jaar, vanaf hun 20e. Idee erachter was dat vrouwen die op hun 30e nog werkten, niet getrouwd waren, en dus zelf voor hun oudedagsvoorziening moesten kunnen zorgen. Ze gingen ook eerder met pensioen dan mannen: vanaf 60 jaar konden vrouwen met pensioen.
Zekerheden bij ziek, oud en dood
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam de eerste wetgeving voor als mensen niet meer zelf voor hun eigen inkomen (kunnen) zorgen. Dat begon met de Noodwet van PvdA-premier Willem Drees, die overging in de Algemene Ouderdomswet. In de jaren die volgden werden ook de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de Wet Arbeidsongeschiktheid van kracht.
Predikant als pensioenadviseur
De pastoor of predikant was destijds de pensioenadviseur. Zij regelden in 1909 dat weduwen ook na hertrouwen een pensioen zouden blijven ontvangen: ‘Als een weduwe hertrouwt, dan moet het weduwepensioen nog steeds uitgekeerd worden aan de vrouw. Want zou je dat niet doen, dan zou het ongehuwd samenwonen in de hand werken’.
Een kwestie van princiep
Rond 1900, de toenmalige Rabobank bestond toen een paar jaar, vonden de bestuurders van Ra(Raifeissen) en Bo (Boerenleenbank) dat er niet alleen tijdens het werkzame leven, maar ook daarna financieel gezorgd moest worden voor medewerkers. De Rooms-Katholieke Volksbond in mei 1903: “Wij moeten zorgen dat onze ambtenaren hunne toekomst gewaarborgd zien. Een kwestie van princiep.”
Gezonde vrouwen als lijfrente
In Nederland kwamen de eerste vormen van pensioen zo’n 2000 jaar later met lijfrenteleningen die vaak op het leven van gezonde, jonge vrouwen uit welgestelde milieus werden afgesloten. Het idee daarachter was dat deze vrouwen lang(er) zouden leven. Wanneer iemand overleed die een lijfrente had afgesloten op het leven van iemand die nog gezond en wel was , dan konden de erfgenamen nog vele jaren genieten van de uitbetaling.
Ouder dan de weg naar Rome
Volgens de overlevering dateert de eerste pensioenregeling al van 265 voor Christus. 40 burgers van Milete stortten elk 3600 drachmen in de staatskas en verwierven daarmee voor de rest van hun leven een jaarlijkse uitkering van 360 drachmen.
Vooruitgang voor vrouwen
Nog in de jaren 70 gingen vrouwen pas pensioen opbouwen als ze 30 waren. En dan kregen ze wel met terugwerkende kracht pensioenopbouw voor de laatste 10 jaar, vanaf hun 20e. Idee erachter was dat vrouwen die op hun 30e nog werkten, niet getrouwd waren, en dus zelf voor hun oudedagsvoorziening moesten kunnen zorgen. Ze gingen ook eerder met pensioen dan mannen: vanaf 60 jaar konden vrouwen met pensioen.
Zekerheden bij ziek, oud en dood
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kwam de eerste wetgeving voor als mensen niet meer zelf voor hun eigen inkomen (kunnen) zorgen. Dat begon met de Noodwet van PvdA-premier Willem Drees, die overging in de Algemene Ouderdomswet. In de jaren die volgden werden ook de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de Wet Arbeidsongeschiktheid van kracht.
Een kwestie van princiep
Rond 1900, de toenmalige Rabobank bestond toen een paar jaar, vonden de bestuurders van Ra(Raifeissen) en Bo (Boerenleenbank) dat er niet alleen tijdens het werkzame leven, maar ook daarna financieel gezorgd moest worden voor medewerkers. De Rooms-Katholieke Volksbond in mei 1903: “Wij moeten zorgen dat onze ambtenaren hunne toekomst gewaarborgd zien. Een kwestie van princiep.”
Op rabobankpensioenfonds.nl kun je op MijnPensioen bekijken hoe jouw pensioen er nu uit ziet.
De club van meer dan 100.000
Meer dan 100.000 medewerkers en oud-medewerkers van de Rabobank en gelieerde ondernemingen Obvion, DLL en BPD zijn met elkaar verbonden via hun pensioenfonds. De een is actief met pensioen bezig, de ander is nog maar net student-af. Wel hebben ze allemaal het Rabobank Pensioenfonds dat zorg draagt voor hun inkomen voor later, als ze op enig moment niet meer werken. Ook al duurt dat voor sommigen nog lang.
Medewerkers doen mee
Als een van de eerste pensioenfondsen kregen medewerkers een stem in het pensioen. Meer democratie in besluitvorming met een deelnemersraad, dit speelde ook maatschappelijk. In 1990 kreeg de deelnemersraad de bevoegdheid om namens deelnemers wijzigingen in het pensioenreglement goed te keuren. Vakorganisaties kregen pas later een rol in het maken van de pensioenregeling, samen met de werkgever. De eerste Rabobank-cao kwam in 2000 en de bonden gingen vanaf dat moment daarover meepraten.
Keuzes
Het pensioenfonds begeleidt haar deelnemers, toen en nu nog steeds, bij het maken van pensioenkeuzes. Om deelnemers goed te begeleiden bij het maken van een pensioenkeuze is er in 2001 een grootschalige actie gedaan: 1200 adviseurs van de aangesloten banken hebben de deelnemers persoonlijk begeleid. Deelnemers konden namelijk de keuze maken om eerder met pensioen te gaan. Voor deze keuze ontvingen deelnemers thuis een CD-rom met een pensioenplanner waarmee ze de keuze konden maken. Deze pensioenplanner heeft later model gestaan voor de pensioenplanner die het fonds nu aanbiedt op MijnPensioen en die deelnemers meer inzicht geeft in hun pensioen en waarmee vooral aanstaande gepensioneerden keuzes maken als ze gaan pensioneren. Meer dan 90% vraagt zijn pensioen aan via deze pensioenplanner.
Koploper
Trend in de maatschappij werd dat mensen niet meer 40 jaar voor één baas werkten. Dat vroeg om een andere kijk op pensioen. Rabobank en Rabobank Pensioenfonds waren koploper in de overgang naar een middelloonregeling. Drie tot vier jaar later gingen ook de vakorganisaties voor een middelloonregeling pleiten, omdat de eindloonregeling niet meer haalbaar was.
Gelijke behandeling
Eind jaren 80 kwamen er veranderingen in de behandeling van mannen en vrouwen. Als je minder dan 20 uur per week werkte, wat veel vrouwen deden in die jaren, kon je tot 1989 geen pensioen opbouwen. Er werden forse acties gevoerd om dat recht te trekken. Met resultaat. Een parttime dienstverband werd ook pensioengerechtigd met terugwerkende kracht tot 1976 op basis van Europese arresten. Eerder werd al de pensioenleeftijd gelijk getrokken met die van mannen: 65 jaar. De VUT-regeling die eind jaren 70 was ingevoerd, bleek niet meer houdbaar omdat de uitkeringen direct uit de premies van dat jaar betaald moesten worden. Pas jaren later, in 2005, werd besloten dat alleen collega’s geboren voor 1950 nog met de VUT konden.
Pensioenfonds voor Rabobank
Raiffeisenbank heeft in 1964 het pensioenfonds opgericht als pensioenfonds voor de aangesloten Raiffeisenbanken, en twee jaar later een fonds voor de centrale organisatie. De pensioenen van de Boerenleenbanken waren verzekerd bij Interpolis. Na de fusie tussen Raiffeisenbank en Boerenleenbank tot Rabobank in 1972 is besloten om ook de bij Interpolis verzekerde Boerenleenbank pensioenen onder te brengen bij de twee voormalige Raiffeisenfondsen.
Predikant als pensioenadviseur
De pastoor of predikant was destijds de pensioenadviseur. Zij regelden in 1909 dat weduwen ook na hertrouwen een pensioen zouden blijven ontvangen: ‘Als een weduwe hertrouwt, dan moet het weduwepensioen nog steeds uitgekeerd worden aan de vrouw. Want zou je dat niet doen, dan zou het ongehuwd samenwonen in de hand werken’.
Ouder dan de weg naar Rome
Volgens de overlevering dateert de eerste pensioenregeling al van 265 voor Christus. 40 burgers van Milete stortten elk 3600 drachmen in de staatskas en verwierven daarmee voor de rest van hun leven een jaarlijkse uitkering van 360 drachmen.
Gezonde vrouwen als lijfrente
In Nederland kwamen de eerste vormen van pensioen zo’n 2000 jaar later met lijfrenteleningen die vaak op het leven van gezonde, jonge vrouwen uit welgestelde milieus werden afgesloten. Het idee daarachter was dat deze vrouwen lang(er) zouden leven. Wanneer iemand overleed die een lijfrente had afgesloten op het leven van iemand die nog gezond en wel was , dan konden de erfgenamen nog vele jaren genieten van de uitbetaling.
de jaren heen
Pensioen; niet iets waar veel mensen warm voor lopen. Volgens hersenonderzoeker Victor Lamme roept het woord ‘pensioen’ bij veel mensen een vergelijkbare emotie op als het woord ‘baksteen’. Best gek eigenlijk, want het maandelijks salaris is voor veel mensen wél een interessant gegeven. Dus geld wat je nú krijgt voor je inzet qua werk, lijkt vele malen belangrijker dan geld wat je láter krijgt. Terwijl je er nu toch net zo hard voor werkt, en je er straks gelukkig niets meer voor hoeft te doen. Voor je pensioen dan dus.
Bij het Rabobank Pensioenfonds denken ze daar wel anders over; over dat van die baksteen. Daar raken ze niet uitgepraat over pensioen. Dit jaar bestaat het pensioenfonds 60 jaar. Een mooi moment om eens wat hoogtepunten van pensioen en het pensioenfonds op een rij te zetten. En wie weet wordt pensioen ook voor anderen daarmee net iets interessanter dan een baksteen.
Jan de With en Antoon de Hoon, twee actieve pensionado’s die hun werkende leven ook in pensioen hebben doorgebracht, doken in de geschiedenis en zetten de hoogtepunten voor dit verhaal op een rij. Antoon is als niet-uitvoerend bestuurder nog steeds actief betrokken bij het Rabobank Pensioenfonds. Jan heeft precies 45 van de in totaal 60 jaar dat het fonds bestaat bij Rabobank Pensioenfonds gewerkt en is momenteel lid van de commissie Pensioenen van de VG-Rabobank.
60 jaar Rabobank Pensioenfonds • 05
Regie