De pensioenopbouw van 2% blijft ongewijzigd, dus alles blijft bij het oude?
Niet helemaal. Als werkgever draagt Rabobank bij aan de opbouw van de pensioenen in de vorm van pensioenpremie. Hiervoor is in de CAO een maximum afgesproken van 36% van alle pensioengevende salarissen samen. Maar nu ook in 2019 de rente laag is, is deze premie niet voldoende om 2% pensioenopbouw te realiseren. Het verschil wordt in 2019 betaald uit de premiegarantie. In 2019 is dit €19 miljoen. Er is voor premiegarantie nu nog een bedrag van € 2,9 miljoen.

Pensioenopbouw blijft 2%

2%
in 2019
[Regelgeving]

Regelgeving pensioenen   05

Regie Voorjaar 2019

Pensioenopbouw blijft 2%
Meer over de
cao-afspraken
Meer over de
premieberekening

Wat is klein?
Een klein pensioen is lager dan € 484,09 (bedrag in 2019) bruto per jaar. De overheid past deze grens ieder jaar aan.

Wat is afkopen?
Tot 2018 werd een klein pensioen wat niet werd overgedragen naar een nieuwe pensioen-uitvoerder 'afgekocht'. De deelnemer kreeg het pensioen dan in één keer, in plaats van een (maandelijkse) pensioenuitkering.

Klein pensioen en gestopt met werken?
Bent u na 1 januari 2018 gestopt met werken bij de Rabobank en u heeft een klein pensioen, dan wordt dit automatisch overgedragen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.


Kleine pensioenen mogen van de overheid niet meer worden afgekocht. Een klein pensioen wordt vanaf 2019 overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Dit zorgt ervoor dat al uw pensioenen bij elkaar blijven. Hele kleine pensioenen (mini-pensioenen) onder
€ 2,- vervallen volgens de wet.

Nieuwe regels voor kleine pensioenen

Een mini-pensioen is lager dan € 2 per jaar

Hoe klein is klein?

Een klein pensioen is lager dan € 484,09

In 2016 garantstelling verlaagd
Tijdens de cao-onderhandelingen in 2016 werd deze garantstelling met 50 miljoen euro naar beneden bijgesteld, als onderdeel van een groot aantal cao-afspraken. Naast afspraken over de garantstelling werden ook afspraken gemaakt over een nieuw sociaal plan, over GROW!, de loonontwikkeling en over de introductie van het ontwikkelbudget.

Ook spraken cao-partijen af om onderzoek te doen naar de rentesystematiek in relatie tot de pensioenopbouw en de uitkomst ervan te bespreken met het pensioenfonds.

Eind januari 2018 maakten CAO-partijen een aanvullende afspraak over de premiegarantie. Deze garantstelling bedroeg oorspronkelijk bij de introductie van de nieuwe pensioenregeling in 2013 250 miljoen euro. De garantstelling was bedoeld om te gebruiken op het moment dat de werkgevers- en werknemerspremie gezamenlijk onvoldoende zijn om 2% pensioenopbouw te realiseren.

CAO-afspraken premiegarantie

In jaren dat de rente ‘hoog’ is komt de pensioen- premie lager dan uit dan 36% .
Het pensioenfonds kan de nagestreefde pensioenopbouw van 2% dan wel realiseren.
Bij een ‘lage’ rente is de premie hoger.
Is de premie hoger dan 36%? Dan komt eerst (een deel van) de risico-opslag te vervallen.
Is sprake van een zeer lage rente en komt ook de kostendekkende premie uit boven 36%? Dan verlaagt het pensioenfonds de pensioenopbouw van 2%.


Door de lage rente in de afgelopen jaren was de premiegarantie nodig om de nagestreefde pensioenopbouw van 2% te kunnen realiseren. In deze jaren was de kostendekkende premie namelijk hoger dan 36% van de pensioengrondslag.

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2016 is: 38,2%

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2017 is: 49,7%

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2018 is: 37,1%

  • De kostendekkende premie die nodig is voor 2% pensioenopbouw in 2019 is: 37,8%

De kostendekkende premie is hoger dan 36%. Dat betekent dat de risico-opslag van 29% voor deze jaren is vervallen. De premiegarantie van de werkgever is aangesproken voor het deel van kostendekkende premie dat hoger is dan 36% om de nagestreefde pensioenopbouw van 2% te realiseren. 

Eerst berekenen we de kostendekkende premie. Die premie
verhogen we met een risico-opslag van 29%. Deze opslag is bestemd voor het indexeren van de opgebouwde pensioen-aanspraken en -uitkeringen in de toekomst.

Hoe berekenen we de premie?

Besteding premiegarantie in 2016 t/m 2019 

Jaar                     Kostendekkende                   Maximum                  Tlv premiegarantie                  Bedrag premiegarantie
                              Premie                                        premie

2016                   38,2%                                         36%                             2,2%                                               € 29,7 mln.
2017                   49,7%                                         36%                             13,7%                                             € 160,4 mln.
2018                   37,1%                                         36%                             1,1%                                               € 4,8 mln. *)
2019                   37,8%                                         36%                             1,8%                                               € 19,0 mln.

Totaal ten laste van premiegarantie:         € 213,9 mln.
Premiegarantie:                                                   € 216,8 mln.

Restant bestemd voor 2020:                          € 2,9 mln.


*) Door aanpassing van de grondslagen voor het vaststellen van de pensioenpremie kon het bedrag dat in 2018 ten laste van de premiegarantie komt, worden verlaagd van € 12,4 miljoen naar € 4,8 miljoen.

Het bedrag dat in 2019 wordt betaald uit de premiegarantie wordt bepaald door de hoogte van de definitieve pensioengrondslagsom van alle deelnemers in 2019. Dit is uiteindelijk afhankelijk van de ontwikkeling het deelnemersbestand (in- en uitdiensttreding van Rabobankmedewerkers) in 2019.

De pensioenopbouw van 2% blijft ongewijzigd, dus alles blijft bij het oude?
Niet helemaal. Als werkgever draagt Rabobank bij aan de opbouw van de pensioenen in de vorm van pensioenpremie. Hiervoor is in de CAO een maximum afgesproken van 36% van alle pensioengevende salarissen samen. Maar nu ook in 2019 de rente laag is, is deze premie niet voldoende om 2% pensioenopbouw te realiseren. Het verschil wordt in 2019 betaald uit de premiegarantie. In 2019 is dit €19 miljoen. Er is voor premiegarantie nu nog een bedrag van € 2,9 miljoen.

[Regelgeving]

Regie Voorjaar 2019

2%
in 2019
Pensioenopbouw
 blijft 2%              

Pensioenopbouw blijft 2%
Meer over de
cao-afspraken
Meer over de
premieberekening
Nieuwe regels voor kleine pensioenen

Kleine pensioenen mogen van de overheid niet meer worden afgekocht. Een klein pensioen wordt vanaf 2019 overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Dit zorgt ervoor dat al uw pensioenen bij elkaar blijven. Hele kleine pensioenen (mini-pensioenen) onder
€ 2,- vervallen volgens de wet.

Wat is klein?
Een klein pensioen is lager dan € 484,09 (bedrag in 2019) bruto per jaar. De overheid past deze grens ieder jaar aan.

Wat is afkopen?
Tot 2018 werd een klein pensioen wat niet werd overgedragen naar een nieuwe pensioen-uitvoerder 'afgekocht'. De deelnemer kreeg het pensioen dan in één keer, in plaats van een (maandelijkse) pensioenuitkering.

Klein pensioen en gestopt met werken?
Bent u na 1 januari 2018 gestopt met werken bij de Rabobank en u heeft een klein pensioen, dan wordt dit automatisch overgedragen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.


Hoe klein is klein?

Een mini-pensioen is lager dan € 2 per jaar

Een klein pensioen is lager dan € 484,09

CAO-afspraken premiegarantie

Eind januari 2018 maakten CAO-partijen een aanvullende afspraak over de premiegarantie. Deze garantstelling bedroeg oorspronkelijk bij de introductie van de nieuwe pensioenregeling in 2013 250 miljoen euro. De garantstelling was bedoeld om te gebruiken op het moment dat de werkgevers- en werknemerspremie gezamenlijk onvoldoende zijn om 2% pensioenopbouw te realiseren.

In 2016 garantstelling verlaagd
Tijdens de cao-onderhandelingen in 2016 werd deze garantstelling met 50 miljoen euro naar beneden bijgesteld, als onderdeel van een groot aantal cao-afspraken. Naast afspraken over de garantstelling werden ook afspraken gemaakt over een nieuw sociaal plan, over GROW!, de loonontwikkeling en over de introductie van het ontwikkelbudget.

Ook spraken cao-partijen af om onderzoek te doen naar de rentesystematiek in relatie tot de pensioenopbouw en de uitkomst ervan te bespreken met het pensioenfonds.

Hoe berekenen we de premie?

Eerst berekenen we de kosten-dekkende premie. Die premie
verhogen we met een risico-opslag van 29%. Deze opslag is bestemd voor het indexeren van de opgebouwde pensioen-aanspraken en -uitkeringen in de toekomst.

In jaren dat de rente ‘hoog’ is komt de pensioen- premie lager dan uit dan 36% .
Het pensioenfonds kan de nagestreefde pensioenopbouw van 2% dan wel realiseren.
Bij een ‘lage’ rente is de premie hoger.
Is de premie hoger dan 36%? Dan komt eerst (een deel van) de risico-opslag te vervallen.
Is sprake van een zeer lage rente en komt ook de kostendekkende premie uit boven 36%? Dan verlaagt het pensioenfonds de pensioenopbouw van 2%.


Door de lage rente in de afgelopen jaren was de premiegarantie nodig om de nagestreefde pensioenopbouw van 2% te kunnen realiseren. In deze jaren was de kostendekkende premie namelijk hoger dan 36% van de pensioengrondslag.

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2016 is: 38,2%

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2017 is: 49,7%

  • De kostendekkende premie die nodig was voor 2% pensioenopbouw in 2018 is: 37,1%

  • De kostendekkende premie die nodig is voor 2% pensioenopbouw in 2019 is: 37,8%

De kostendekkende premie is hoger dan 36%. Dat betekent dat de risico-opslag van 29% voor deze jaren is vervallen. De premiegarantie van de werkgever is aangesproken voor het deel van kostendekkende premie dat hoger is dan 36% om de nagestreefde pensioenopbouw van 2% te realiseren. 

Besteding premiegarantie 
in 2016 t/m 2019 

Jaar      Kosten-        Maximum      Tlv                 Bedrag 
              dekkende   premie            premie-       premie-
               Premie                                    garantie      garantie

2016     38,2%           36%                  2,2%             € 29,7 mln.
2017     49,7%           36%                  13,7%           € 160,4 mln.
2018     37,1%           36%                  1,1%             € 4,8 mln. *)
2019     37,8%           36%                  1,8%             € 19,0 mln.

Totaal ten laste van premiegarantie:             € 213,9 mln.
Premiegarantie:                                                       € 216,8 mln.

Restant bestemd voor 2020:                              € 2,9 mln.


*) Door aanpassing van de grondslagen voor het vaststellen van de pensioenpremie kon het bedrag dat in 2018 ten laste van de premiegarantie komt, worden verlaagd van € 12,4 miljoen naar € 4,8 miljoen.

Het bedrag dat in 2019 wordt betaald uit de premiegarantie wordt bepaald door de hoogte van de definitieve pensioengrondslagsom van alle deelnemers in 2019. Dit is uiteindelijk afhankelijk van de ontwikkeling het deelnemersbestand (in- en uitdiensttreding van Rabobankmedewerkers) in 2019.